top of page
Foto van schrijverRebekka Rogiest

De breuk onder het oppervlak



Ik ga uit de bocht, maar val nooit echt helemaal om.

In deze laatste column van deze vierdelige reeks richt ik me op dat onzichtbare register, dat zich sluipend kan manifesteren in het dagelijks leven. Ik had het eerder over de neurose die worstelt met schuld en angst, de psychose die een breuk in de werkelijkheid kent, en perversie waarbij een spel met de grens van het toelaatbare wordt gespeeld.


Ook hier is het zo dat de onderwerpen die ik bespreek, misschien minder voor de hand liggend zijn en wat zwaarder kunnen aanvoelen, maar ik probeer ze nog steeds zo praktisch mogelijk te maken met voorbeelden uit het dagelijks leven.


Psychose ordinaire kent geen spectaculaire hallucinaties of wanen, maar eerder subtiele verstoringen in hoe iemand zich verhoudt tot zichzelf, de Ander, de Taal en het Lichaam. De persoon lijkt op het eerste gezicht normaal te functioneren, maar achter de schermen woedt er een innerlijk gevecht met wantrouwen, isolatie, chaos en verstarring.

Een ziektebeeld van onze tijd

Ook Paul Verhaeghe; u welbekend, schrijft dat psychose ordinaire sterk verbonden is met de tijd waarin wij leven. In onze hypermoderne samenleving zijn veel van de traditionele structuren en zekerheden weggevallen: religieuze kaders, vaste sociale rollen en duidelijke gemeenschapsstructuren. Wat blijft, is een maatschappij die steeds meer nadruk legt op individualiteit, autonomie en zelfredzaamheid. Voor sommige mensen zorgt dit voor een gevoel van vrijheid, maar voor anderen leidt het tot desoriëntatie en een diepgaand gevoel van gemis.

Psychose ordinaire kan dan ook gezien worden als een ziektebeeld dat eigen is aan onze tijd. Waar vroeger psychotische symptomen zoals hallucinaties sneller opvielen en zorgwekkend werden geacht, blijven de subtielere vormen van psychische ontwrichting vaak onopgemerkt. De klachten worden gemaskeerd door een ogenschijnlijk normaal functioneren en krijgen vaak labels zoals hoogsensitiviteit, CVS of fibromyalgie. Het zijn symptomen van een tijd waarin de vaste structuren — die ooit een symbolisch houvast boden — steeds meer zijn afgebrokkeld.

De verhouding tot de Ander, de Taal en het Lichaam

Waar iemand met een neurotische structuur worstelt met schuldgevoelens in relatie tot de Ander*, zien we bij psychose ordinaire een veel fundamentelere breuk in die verhouding. De Ander wordt vaak ervaren als onbetrouwbaar, bedreigend of onbereikbaar, zonder dat daar een duidelijke aanleiding toe is. Dit wantrouwen kan zich uiten in subtiele vormen van sociale terugtrekking, een constant gevoel van achterdocht, een ogenschijnlijk spel van aantrekken en afstoten van de Ander of een gevoel van isolatie (zelfs als men in het gezelschap van anderen is). Het is de verbinding die met de Ander die op een of andere manier verbroken lijkt te zijn, waar een leegte ontstaat die niet gevuld kan worden.

De verhouding tot de Taal is eveneens verstoord. Mensen met psychose ordinaire ervaren vaak een gevoel van vervreemding in hun omgang met woorden. Het lukt hen moeilijk om hun ervaringen te verwoorden of om zich begrepen te voelen door anderen. Taal lijkt telkens tekort te schieten, alsof er een kloof blijft bestaan tussen wat ze voelen en wat ze kunnen uitdrukken. Dit leidt vaak tot desorganisatie in hun denken en communicatie, waarbij misverstanden ontstaan door verkeerd begrepen woorden of non-verbale signalen. Zulke miscommunicatie kan gemakkelijk escaleren tot conflicten, waardoor de spanning verder toeneemt. Verder kan deze innerlijke onrust zich ook nog vastzetten in rigide denkpatronen en gedragingen, zonder ruimte voor flexibiliteit. Het lichaam raakt daarbij vaak betrokken, bijvoorbeeld door dwangmatige handelingen of onverklaarbare fysieke klachten, die een directe uitdrukking vormen van de innerlijke spanning.

Tot slot is er de verhouding tot het Lichaam. Waar iemand met een neurotische structuur zijn of haar lichaam vaak probeert te controleren vanuit angst voor verlangen, zien we bij psychose ordinaire een ander patroon. Het lichaam wordt eerder ervaren als iets dat vreemd is of niet helemaal past bij het zelfbeeld. Dit kan zich uiten in verstarring, rituelen of (vaak veranderende) lichamelijke klachten die geen duidelijke medische oorzaak hebben en waar niet meer over gezegd kan worden dan dat ze er zijn.

Ik schrijf dat hier wel duidelijk maar in de praktijk zijn deze symptomen vaak subtiel. Ze worden toegeschreven aan stress of karaktereigenschappen, waardoor de onderliggende psychose onopgemerkt blijft. Maar als we goed kijken, zien we hoe het tekort zich manifesteert in elk van deze assen.

Hoogsensitiviteit, CVS en fibromyalgie

Hoogsensitiviteit, CVS en fibromyalgie zijn voorbeelden van termen die vandaag steeds vaker worden gebruikt om klachten te benoemen waarvoor geen duidelijke medische oorzaak te vinden is. Ze lijken een containerbegrip te zijn geworden voor alles wat moeilijk te duiden valt. Binnen het werkveld zien we deze klachten vaak (maar niet altijd) terug bij psychose ordinaire. De verstoring in de verhouding tot het Lichaam — die zich uit in chronische pijn, vermoeidheid of overprikkeling — kan begrepen worden als een subtiele manifestatie van een dieperliggend tekort. Mensen met psychose ordinaire ervaren hun lichaam vaak als iets wat niet helemaal ‘eigen’ voelt, alsof er een afstand bestaat tussen hun innerlijke ervaring en het fysieke lichaam. Hoe ga ik hiermee aan het werk?

In al mijn gesprekken kijk ik niet enkel naar de zichtbare klachten, maar ook en vooral naar hoe deze voortkomen uit de unieke knoop van de psyche. Bij psychose ordinaire is het belangrijk om de subtiele tekenen te herkennen. De verhouding tot de Ander, de Taal en het Lichaam speelt hierin een cruciale rol.

Wat betekent het wantrouwen van Anja? Wat ligt er aan de basis van Marijkes eenzaamheid? En waarom vindt Nina troost in haar eetrituelen? Door deze vragen te stellen en het onzichtbare zichtbaar te maken, kan het komen spreken en samen zoeken helpen om nieuwe manieren te vinden om met het tekort om te gaan.

Wat kunnen we leren?

Psychose ordinaire is een subtiel register dat helaas heel erg vaak wordt gemist in onze maatschappij. Het wordt gezien als ‘gewone’ stress, perfectionisme of karaktertrekken. Maar wie goed kijkt, ziet hoe deze symptomen voortkomen uit een complexe psychische structuur.

Het herkennen van de vier extremiteiten — wantrouwen, eenzaamheid, desorganisatie en rigiditeit— helpt ons om anders naar klachten te kijken. Niet als iets wat ‘gerepareerd’ moet worden, maar als uitingen van een unieke manier waarop iemand probeert om met het tekort om te gaan.

Dit is misschien wel de belangrijkste les van mijn vak: we zijn allemaal op zoek naar manieren om dat innerlijke gemis te hanteren. En soms liggen die manieren verborgen in het onzichtbare register van psychose ordinaire.



 

Bijkomende info

*In de Lacaniaanse psychoanalyse verwijst de Ander naar een symbolische aanwezigheid die richting geeft aan verlangen en betekenis. De Ander is niet zomaar een specifieke persoon (dat kan maar dat kan ook de maatschappij, een cultuur zijn), maar een abstracte instantie die spreekt via taal, normen en wetten. Het is de Ander die vraagt: 'Wat wil je?' en die het tekort in het subject markeert. Bij psychose ontbreekt deze ordenende Ander, wat leidt tot een directere confrontatie met het tekort.


De ideeën in deze column zijn geïnspireerd door de teksten van Jacques-Alain Miller en een tekst van Dries Dulsster.

2 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page