top of page
Foto van schrijverRebekka Rogiest

Trauma in een potje


Het filmpje begint simpel: een groep vlooien wordt in een glazen pot gestopt, het deksel stevig dichtgeschroefd. Ze vliegen in cirkels, botsen tegen de randen, maar vinden geen uitweg. Drie dagen later wordt het deksel opengedraaid, en wat gebeurt er? De vlooien blijven rondvliegen binnen de grenzen van het potje, alsof het deksel er nog steeds op zit. “Dit is hoe trauma werkt,” zegt de stem. “Zelfs als de bedreiging verdwenen is, blijven de patronen zich herhalen. En dit wordt doorgegeven aan volgende generaties.”

Het is een pakkende metafoor. Pijnlijk herkenbaar, waarschijnlijk, voor iedereen die worstelt met de sporen van een moeilijke jeugd of een ingrijpende gebeurtenis. Maar klopt het wel? Kunnen we trauma echt reduceren tot een potje met een open deksel en een zwerm vlooien die te bang is om naar buiten te vliegen? Voor mij is dat te kort door de bocht.


Trauma is geen biologische keten, geen onveranderlijk lot dat ons vastzet en generaties lang doorwerkt. Het is complexer, vreemder – en biedt meer ruimte voor beweging dan dit filmpje ons doet geloven.

De inschrijving van trauma

In mijn werk dat zich laat oriënteren door de visie van Lacan, wordt trauma niet enkel gezien als een gebeurtenis die een blijvende wond achterlaat. Het draait niet om de fysieke grenzen van een potje, maar om de inschrijving van die ervaring in ons Symbolische netwerk: de taal, de verhalen en betekenissen waarmee we ons leven structureren. Trauma ontstaat in de breuk, in het moment waarop een ervaring niet in dat netwerk past en buiten de woorden valt.

Aline komt bij me spreken. Haar 23-jarige dochter werd slachtoffer van seksueel misbruik op de openbare weg. De dochter werd twee jaar later opgenomen omdat ze niet meer in staat was haar mentale lijden alleen te dragen. De dochter leerde er veel dingen over zichzelf, helaas (soms gebeurt dat) ook van groepsgenoten methodes om uit het leven te stappen; een daad die ze later ook uitvoerde, maar waarbij ze overleefde.

Haar moeder, verzwakt door verdriet en onmacht, weegt nog amper 43 kilogram. Ze komt naar me toe met de vraag: “Hoe kan ik dit dragen? Hoe kan ik mijn dochter nog helpen?” Ook de dochter zoekt ondertussen haar weg naar therapie.

Dit verhaal illustreert dat trauma niet enkel de gebeurtenis zelf betreft, maar vooral de inschrijving van die gebeurtenis in het Symbolische netwerk van beide vrouwen. De moeder worstelt met vragen over schuld, verantwoordelijkheid, machteloosheid en onvermogen. Haar lichaam draagt letterlijk het gewicht van haar lijden. De dochter daarentegen lijkt vast te zitten in een poging om haar eigen bestaan en pijn te reguleren, waarbij haar leven tot stilstand brengen de ultieme manier werd om iets van grip te krijgen op datgene wat buiten de woorden valt.

Hoe gaan we hiermee aan de slag in psychoanalyse?

Alles hangt uiteraard af van hoe Aline haar psyche is georiënteerd, hoe ze in het leven staat, maar we starten absoluut bij haar verhaal. Wat betekent deze ervaring voor haar? Welke woorden vindt ze wel, en waar stokt het spreken? Mijn werk biedt een ruimte waarin niet meteen een oplossing of advies wordt gegeven, maar waarin ze de kans krijgt om anders te bewegen binnen haar eigen verhaal. Haar lijden wordt niet gereduceerd tot een diagnose of een checklist van symptomen. In plaats daarvan onderzoeken we hoe ze deze ervaring kan inschrijven in haar leven en hoe ze daar een nieuwe verhouding toe kan vinden.

Een belangrijke vraag binnen dit proces is: waar situeert ze zichzelf binnen het trauma van haar dochter? Voelt ze zich verantwoordelijk? Heeft ze het gevoel gefaald als moeder? Deze vragen brengen beweging in wat aanvankelijk vast leek te zitten. Door te spreken over haar positie, haar angsten en verlangens, kan ze langzaam een nieuwe verhouding vinden tot de gebeurtenissen.

Ook voor haar dochter moet de focus niet liggen op het wegnemen van haar symptomen, maar op het onderzoeken van wat deze symptomen haar vertellen over haar verhouding tot het trauma. Haar zelfdodingspoging is een daad die spreekt – een poging om iets uit te drukken wat ze niet kan verwoorden. De focus ligt op het proberen dat spreken van het lichaam te verplaatsen naar spreken in woorden. Wat ligt er verscholen in dat gebaar? Welke betekenissen draagt ze met zich mee, en hoe kan ze daar anders mee omgaan? Eenvoudig? Verre van. Hard werken voor hen? Absoluut. Maar het is de enige weg. Ik geloof heel oprecht dat ook bij dergelijke ondraaglijke gebeurtenissen er mogelijkheden zijn om wat ondraaglijk zwaar is lichter te maken, draaglijker.

We werken met het tekort – datgene wat nooit volledig ingevuld kan worden. Het doel is niet om de traumatische ervaring uit te wissen of volledig te begrijpen, dat kan niet. Wat wel kan is om een andere verhouding tot dat tekort te vinden. Dit kan betekenen dat ze een nieuwe positie inneemt binnen haar eigen verhaal, dat ze haar relatie tot haar lichaam herbekijkt, of dat ze nieuwe manieren ontdekt om met haar pijn om te gaan.

Wat ons gevangen houdt in trauma

Het filmpje suggereert dat trauma ons voor altijd vastzet. De vlooien blijven rondvliegen in hun potje, zelfs als het deksel eraf is. Maar wat ons gevangen houdt in trauma, van welke aard ook, is niet de gebeurtenis zelf, maar hoe we die in ons leven proberen te begrijpen. Trauma hoeft je niet voor eeuwig gevangen te zetten. De vlooien vliegen niet rond in de pot omdat ze biologisch geprogrammeerd zijn om gevangen te blijven. Ze vliegen rond omdat ze zichzelf als gevangen blijven situeren binnen de grenzen van wat ze kennen.


Wat we doorgeven

Dit filmpje stelt ook dat trauma zich vanzelf doorgeeft aan de volgende generatie. De nakomelingen van deze vlooien zouden hetzelfde doen, alsof er een genetische vloek rust op hun gedrag. Maar mijn vak leert ons iets anders: wat we doorgeven, is geen harde kopie van ons eigen leed. We geven structuren, betekenissen en verhalen door – bewust of onbewust.

In het geval van Aline en haar dochter kan de moeder haar eigen positie in het verhaal van haar dochter onderzoeken. Waar blijft zij vastzitten in haar eigen ervaringen? Welke verhalen geeft ze door? Door dit te bevragen, ontstaat er ruimte voor beweging en verandering. Dit staat haaks op wat het filmpje suggereert.

Beweging in de herhaling

Het filmpje suggereert dat trauma ons voor altijd vastzet. Maar ik geloof – en mijn kader onderschrijft dat – dat er altijd ruimte is voor beweging. Wat vastzit in herhaling – een patroon van destructieve relaties, een voortdurende angst om te falen, angst om opnieuw de weg op te gaan en opnieuw aangerand te worden – kan worden geopend door te onderzoeken wat het voedt. Wat blijft er rondcirkelen in ons onbewuste?

Lacan beschrijft trauma als verbonden met het Reële – datgene wat buiten woorden valt, wat ons ontregelt en confronteert met een tekort. Dat tekort kunnen we niet oplossen. Wat gebeurd is, kan niemand ooit ongedaan maken, maar we kunnen er wel een nieuwe verhouding toe vinden. Ik blijf dat herhalen. We kunnen leren anders te bewegen, ook al blijven de grenzen van het potje voelbaar.


Niet gevangen, maar gekaderd

Trauma is geen gevangenis met muren van beton, dat hoeft het niet te zijn. Het is een kader, een structuur waarin we proberen te navigeren. En net zoals vlooien hun weg naar buiten kunnen vinden als ze zich bewust worden van de open lucht, kunnen wij nieuwe betekenissen vinden binnen dat kader. Niet door het verleden uit te wissen, maar door te zien hoe het ons blijft vormen – en hoe we daar anders mee om kunnen gaan.

Dus nee, trauma werkt niet zoals vlooien in een potje. Het werkt anders, vreemder, en uiteindelijk ook hoopvoller. Waar het filmpje suggereert dat we voor altijd gevangen blijven, zeg ik herhaaldelijk luidop: er is altijd een opening, zelfs al zien we die niet meteen.

10 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page