
Ik ben verbouwereerd. Geen ander woord kan het gevoel omschrijven dat mij overviel toen ik het voorstel las om te besparen op de jeugdzorg en het artikel dat Knack erover schreef. Besparen. Op de jeugdzorg. Dat ik hiermee niet alleen ben, is overduidelijk. Mijn collega Dries Dulsster omschreef het treffend:
"Ik heb geen verbeeldingskracht genoeg om mij een vergadering voor te stellen waarop iemand de suggestie doet te besparen in de jeugdzorg en dat er dan enkelen bevestigen dat dit een goed idee is... Hallucinant."
Effectief, welke mens, met een greintje gezond verstand, bedenkt zoiets? Wat een kaakslag, niet enkel voor hulpverleners of instellingen, maar vooral voor jongeren die ons het hardst nodig hebben. Jongeren zoals Daan en Febe. Niemand in die vergadering stond blijkbaar op en zei: “Dit kan niet. Dit mag niet.”. En daar wringt het evenzeer.
Wie zijn Daan en Febe?
Stel je een jongen voor van vijftien en een meisje van zestien. Hun naam doet er niet toe, maar hun verhaal wel. Hij heeft vier scholen achter de rug, een thuis die niet veilig is en een crisisopvang die hem voorlopig boven water houdt. Zijn dossier blijft liggen omdat de wachtlijsten eindeloos zijn. De begeleiding die hij nodig heeft? Onmogelijk. Geen budget, geen middelen, geen prioriteit. Zij komt uit een gebroken gezin met een afwezige vader en moeder met een eigen zware rugzak. Sinds de lagere school heeft ze een eetstoornis, kende meerdere opnames hiervoor en kreeg de diagnose autisme. Soms kent ze psychotische opstoten, vorig jaar werd ze verkracht en haar klacht werd ondanks fysiek bewijsmateriaal geseponeerd wegens geen daders gevonden. Ze gaat uit angst niet meer school, wil euthaniasie en er is de komende zeven maanden al zeker geen plaats voor een opname. De nachtopname maakt dat moeder het nog nét uithoudt. De begeleiding die ze nodig heeft? Onbestaand.
Daan en Febe? Die ervaren dat ze er blijkbaar niet toe doen. Dat er voor hen geen plaats is in een wereld waar ze al vaker op zichzelf aangewezen waren, in een maatschappij die hen al eerder in de steek liet.
De onzichtbare jongeren
Besparen op jeugdzorg raakt niet alleen de instellingen of de hulpverleners die al met handen en voeten gebonden zijn. Het raakt vooral de jongeren. De meest kwetsbare jongeren. Hen die al van kleins af aan leren dat de wereld een onveilige plek is. Hen die al te vaak moeten horen dat er geen plaats is, geen middelen, geen tijd. En wat zeggen we nu?
“We hebben niet genoeg voor jou. Niet belangrijk genoeg.” Hoe verzin je zoiets?
Wie durft nog op te staan?
Misschien is dat nog wel het meest schrijnende aan dit hele verhaal. Niet dat er iemand is die het voorstelt – want ja, we leven in een tijd waarin cijfers belangrijker lijken dan mensen – maar dat er niemand opstaat om te zeggen: “Stop. Dit is waanzin.”
Hoe kan een vergadering vol volwassenen zwijgen?
Is het politieke spel belangrijker geworden dan het welzijn van onze jongeren? Zijn wij zó afgestompt dat we niet meer beseffen wat dit betekent?
Wat betekent jeugdzorg écht?
Ik ontmoet regelmatig ouders en jongvolwassene die compleet zijn vastlopen. Hun verhalen snijden door merg en been. Ze willen hulp, hebben hulp nodig, maar vinden deuren die gesloten blijven. De stress thuis stapelt zich op, de symptomen nemen toe, soms willen ze gewoon dood. En toch, wanneer er wél ondersteuning is – een pleeggezin, opvangplaats, een therapeut die hen écht beluistert en hen niet om de maand maar wekelijks of drie keer peer week wil zien – zie je een glimp van hoop. Die hoop maakt alles anders. Dat is wat jeugdzorg doet. Hoop geven waar wanhoop is. Toch?
De keuze voor empathie
Wat we nu meemaken, is het resultaat van een maatschappij die verstrikt is geraakt in haar eigen systemen. Die zichzelf probeert te redden met spreadsheets en begrotingen en gelooft dat ze zichzelf daardoor wel recht zal houden. Maar we vergeten dat je geen toekomst bouwt zonder de fundamenten te beschermen: onze jongeren. En terwijl we allemaal kijken naar hoe die fundamenten barsten, hoor ik de echo van een vraag: “Wie durft er op te staan?”
Want besparingen in de jeugdzorg? Dat is niet alleen kortzichtig. Het is onmenselijk. En dat wij, als samenleving, dit laten gebeuren, is voor mij een stilzwijgende veroordeling van onze eigen waarden. Hoeveel Daan's en Febes moeten er nog door de mazen van het net glippen voordat iemand de moed vindt om op te staan?
Het is tijd om wakker te worden. Dit gaat niet alleen over budgetten. Dit gaat over mensen. Over jongeren. Over hoop. Over alles wat ons mens maakt. En als wij dat niet meer verdedigen, wie dan wel? Rebekka Rogiest psychoanalytisch georiënteerd therapeut, rouwtherapeut en creatief therapeut beeldend
"-- Wie meer wil lezen over de voorgestelde besparingen en hun impact op maatschappelijk kwetsbare jongeren, verwijs ik naar het artikel in Knack: ‘Met een botte bijl bouw je geen bruggen’."
Comments