Deze column maakt deel uit van een drie-plus-één luik waarin ik dieper inga op de structuurkliniek binnen de Lacaniaanse psychoanalyse – een kader dat helpt om te begrijpen hoe mensen verschillend omgaan met wat in het leven ontbreekt. Waar de neuroticus probeert het tekort te bedekken of te verdringen, wordt het bij de psychoticus direct ervaren, zonder de bescherming van taal of symbolen.
De onderwerpen die ik bespreek, zijn misschien minder voor de hand liggend en kunnen wat zwaarder aanvoelen, maar ik probeer ze zo praktisch mogelijk te maken met voorbeelden uit het dagelijks leven. Ze nodigen uit om verder te kijken dan diagnoses en symptomen, en te begrijpen hoe iemand zich verhoudt tot zichzelf en de wereld om hen heen.
Neem gerust de tijd om erin te duiken. Het vraagt misschien een ander perspectief dan je gewend bent, maar biedt inzichten die je kijk op psychisch lijden kunnen verruimen.
De manier waarop mensen de wereld ervaren
Bij iemand met een psychotische structuur ontbreekt een stabiel kader om de werkelijkheid te ordenen. Dit heeft grote gevolgen voor hoe ze zich verhouden tot de Ander*, Taal, het Lichaam en hun eigen Verlangen en Tekort.** Deze vier assen – die in de Lacaniaanse structuurkliniek centraal staan – helpen ons te begrijpen hoe psychotische ervaringen zich onderscheiden van neurotische.
Een centraal kenmerk van de psychotische structuur is dat het tekort niet symbolisch verwerkt wordt, maar direct ervaren wordt. De man of vrouw die psychotisch georiënteerd in het leven staat, draagt dit gevoel van tekort altijd bij zich, alsof hij het letterlijk in zijn zak heeft. Het tekort wordt niet bedekt met woorden of betekenissen, maar blijft als een rauwe, overweldigende aanwezigheid voelbaar. Waar de neuroticus strategieën heeft om het tekort te verdringen of ermee om te gaan, wordt de psychoticus er rechtstreeks mee geconfronteerd.
Dit constante ervaren van het tekort beïnvloedt hoe ze zich verhouden tot zichzelf, anderen en de wereld om hen heen. Ik werk deze vier verhoudingen graag verder uit om beter te begrijpen wat er op het spel staat bij psychose.
De verhouding tot de Ander: een ontbrekende ordening
Bij mensen met een psychotische structuur ontbreekt een stabiele verhouding tot de Ander. Waar de neuroticus voortdurend zoekt naar erkenning van de Ander en zich afvraagt wat de Ander van hem verlangt, ontbreekt deze vraag bij psychose. De Ander wordt niet ervaren als een ordenende aanwezigheid die richting geeft aan het leven. In sommige vormen van psychose, zoals paranoïa, wordt de Ander juist als overweldigend en bedreigend ervaren. In plaats van een ontbrekende ordening, lijkt de Ander hier volledig aanwezig – maar op een manier die de wereld onveilig maakt. De Ander wordt dan een alleswetende figuur, die controle heeft over het leven van het subject en voortdurend dreiging uitstraalt. Hierdoor kan het gevoel ontstaan dat iemand achtervolgd wordt, of dat zijn gedachten worden gecontroleerd.
Dit gebrek aan ordening kan zich op verschillende manieren uiten. In sommige gevallen leidt het tot gevoelens van leegte en ontwrichting, zoals bij Sophie. Zij ervaart een overweldigende leegte omdat ze geen verhouding tot de Ander heeft die haar wereld betekenisvol maakt. Dit vacuüm maakt haar wereld niet alleen chaotisch, maar ook onbegrijpelijk – alsof er geen vast referentiepunt is om zich aan vast te houden.
De verhouding tot de Taal: een directe confrontatie met het Reële
In psychose speelt taal een andere rol dan in neurose. Waar de neuroticus taal gebruikt om het tekort te bedekken of te verwerken, ontbreekt dit kader bij psychose. Wie psychotisch georiënteerd in de wereld staat, mist een stabiele inschrijving in het Symbolische, waardoor taal vaak een andere, meer letterlijke en directe betekenis krijgt. Dit kan leiden tot wanen of hallucinaties, waarin woorden en betekenissen rechtstreeks verbonden lijken met het Reële en tot misverstanden met anderen.
Hanne, die autisme heeft, ervaart de wereld zonder filter. Ze ervaart geluiden in de supermarkt – stemmen, het openscheuren van verpakkingen, muziek – als bijna ondraaglijk. Een koptelefoon of zelf zingen helpt haar om zo snel mogelijk haar boodschappen te doen.
Taal biedt haar weinig bescherming tegen de constante stroom van prikkels. Dit kan leiden tot momenten van overweldiging, waarbij taal tekortschiet (ze komt niet gemakkelijk tot spreken; en sommige mensen met autisme spreken helemaal niet) om haar ervaring te ordenen.
De verhouding tot het Lichaam: een bron van controle of ontregeling
Omdat het Symbolische kader ontbreekt, speelt het lichaam bij psychose een belangrijke rol in het scheppen van orde. Het lichaam wordt vaak de plaats waar iemand met psychose probeert grip te krijgen op zijn werkelijkheid. Dit kan zich uiten in lichamelijke symptomen waar niet over gesproken kan worden zoals een neuroticus dat zou doen (“Ik heb schouderpijn, maar het is ook zó druk op het werk”) of in rituelen om de chaos in de wereld te beheersen.
Marie, die worstelt met een eetstoornis, richt zich volledig op haar lichaam als manier om controle te krijgen. Voor haar is eten niet zomaar een biologische behoefte, maar iets wat ze moet reguleren om de intensiteit van haar leven te verminderen. Haar eetstoornis is een manier om haar lichaam volledig van zichzelf te maken, als poging om de chaos van het dagelijks leven buiten te sluiten. Dat is meteen ook mijn moeilijkheid met de huidige afdelingen in instellingen; daar worden afdelingen/groepen gemaakt op basis van de klachten/symptomen. Alle mensen met een eetstoornis worden samen geplaatst. Maar zoals intussen duidelijk is zal de ene eetstoornis een neurotisch en de andere eetstoornis een psychotische klacht zijn, die elk een geheel andere aanpak vragen.
De verhouding tot Verlangen en Tekort: een directe ervaring
Waar de neuroticus het tekort symbolisch probeert te verwerken, ervaart de psychoticus het tekort direct en overweldigend. Dit tekort wordt niet verdrongen of bedekt met betekenissen, maar komt als een rauwe ervaring binnen. Dit kan zich uiten in gevoelens van leegte, het uitblijven van idealen , zoals bij Sophie, of in een zoektocht naar houvast in een chaotische wereld, zoals bij Hanne.
Een moeder met melancholie: de wereld als leegte
Sophie is 34 jaar oud en moeder van een driejarige dochter. Sinds haar tweede zwangerschap worstelt ze met een diepe, allesoverheersende leegte. Ze zegt dingen als: “Het lijkt alsof ik niet echt besta” of “Ik ben een slechte moeder, mijn dochter verdient iemand anders.” Ze kan urenlang naar het wiegje van haar baby kijken, zonder beweging, alsof haar eigen energie compleet is uitgeput.
Melancholie is een vorm van psychose waarin het tekort niet alleen verworpen wordt, maar ervaren wordt als een diepe leegte in het bestaan zelf. Sophie heeft niet het gevoel dat ze mist wat anderen missen – een hobby, een partner, een doel – maar dat zijzelf ontbreekt. Alles voelt futiel. Voor haar omgeving is het moeilijk te begrijpen waarom Sophie zich zo voelt. Maar in haar binnenwereld is dat tekort een allesomvattend vacuüm. Ze voelt zich niet de moeite waard, ziet zichzelf als het slijk daar aarde; op een manier die veel verder gaat dan een neuroticus met een laag zelfbeeld.
Hoe werk ik hiermee in mijn praktijk?
Wanneer iemand in mijn zetel psychotisch georiënteerd is, is het nog belangrijker om niet meteen te zoeken naar ‘oplossingen’. Het gaat er niet om iemand terug te brengen naar een zogenaamde normale realiteit, maar om hen te helpen een manier te vinden om hun unieke wereld minder overweldigend te maken. Voor Sophie kan dat betekenen dat ze woorden vindt voor de leegte die ze voelt. Voor Hanne gaat het om leren omgaan met een wereld zonder filter. En voor Marie gaat het er niet om haar eetstoornis simpelweg weg te nemen, maar om te onderzoeken waarom ze haar lichaam op die manier nodig heeft om met de wereld om te gaan. Soms is medicatie zoals anti-psychotica nodig maar dat is lang niet altijd het geval. Het is niet omdat een schizofrene vrouw mensen ziet en stemmen hoort dat zij per definitie medicatie nodig heeft. Het gebeurt absoluut dat mensen een manier vinden om bijvoorbeeld enkel naar de goede stemmen te luisteren, en niet naar de andere en ze daar perfect mee kunnen leven zonder dat zij daar in hun alledaagse bezigheden last van hebben. Is dat wel zo? Dan is het aan een psychiater om te bekijken wat er nodig is.
Wat kunnen we leren?
Een psychotische structuur vraagt om een andere manier van kijken. Het is geen kwestie van iemand ‘terughalen’ naar onze werkelijkheid, maar van begrijpen hoe hun wereld werkt. Door naar hun ervaringen te luisteren, niet om ze te corrigeren maar om ze te begrijpen, kunnen we een manier vinden om die wereld minder pijnlijk te maken.
Mensen zoals Sophie, Hanne en Marie leven niet in een ‘foute’ realiteit, maar in een andere. Er is niets mis met hun hersenen. Ze hebben exact dezelfde hersenen als alle andere mensen. Ze hebben moeilijkheden die mogelijks bevreemdend aanvoelen voor de neuroticus omdat ze zich niet herkennen in de ander. Denken dat de man of vrouw die neurotisch georiënteerd zonder problemen door het leven gaat is overigens ook nonsens. Ook de neuroticus kent zijn eigen moeilijkheden. Wat zij nodig hebben, is geen oordeel, maar een ruimte waarin hun ervaring serieus wordt genomen en waarin ze zich gehoord voelen. Want ook in hun wereld, hoe anders die ook is, speelt het tekort een grote rol – en net zoals iedereen proberen ze daarmee te leven.
Bijkomende info
*In de Lacaniaanse psychoanalyse verwijst de Ander naar een symbolische aanwezigheid die richting geeft aan verlangen en betekenis. De Ander is niet zomaar een specifieke persoon (dat kan maar dat kan ook de maatschappij, een cultuur zijn), maar een abstracte instantie die spreekt via taal, normen en wetten. Het is de Ander die vraagt: 'Wat wil je?' en die het tekort in het subject markeert. Bij psychose ontbreekt deze ordenende Ander, wat leidt tot een directere confrontatie met het tekort.
**Het 'Tekort' is een centraal begrip in de Lacaniaanse psychoanalyse. Het verwijst naar datgene wat we allemaal missen, maar nooit helemaal kunnen benoemen of invullen. Denk aan een fundamenteel gevoel van incompleetheid – alsof er altijd iets ontbreekt in ons leven, of het nu liefde, erkenning, of zekerheid is. Dit gemis drijft onze verlangens, maar zorgt ook voor spanningen en conflicten. Hoe iemand omgaat met dat tekort, bepaalt mee hoe hij zich verhoudt tot zichzelf en de wereld om zich heen.
De ideeën in deze column zijn geïnspireerd door de structuurkliniek van Jacques Lacan, zoals beschreven in zijn seminars over psychose.
Geïnteresseerd in meer hierover? Een aanrader is het werk van Jacques Lacan, met name ‘Les Quatre Concepts Fondamentaux de la Psychanalyse’.of in het Nederlands 'Psychose anders bekeken' van Stijn Vanheule
Voor wie meer wil lezen over de structuurkliniek, is het werk van Bruce Fink of Joost Demuynck bijzonder toegankelijk.
Comments