In mijn werkveld spreken we over vier manieren waarop iemand zich in de wereld verhoudt. Dit noemen we de vier extremiteiten of registers: neurose, psychose, perversie en psychose ordinaire. In tegenstelling tot wat velen denken, functioneert niet iedereen volgens dezelfde psychische structuur. We hebben elk een eigen unieke 'knoop' in de psyche die bepaalt hoe we omgaan met gemis, grenzen en verlangen.
Deze column maakt deel uit van een drie-plus-één-reeks waarin we de verschillende manieren verkennen waarop mensen omgaan met het tekort in het leven. Want dat tekort – die innerlijke leegte of dat gemis – raakt ons allemaal. Toch zoeken mensen daar heel verschillende oplossingen voor. Wie neurotisch georiënteerd is worstelt met schuld en angst, wie psychotisch georiënteerd kent niet dezelfde verankering in het symbolische en bouwt een eigen werkelijkheid, en mensen met een perverse structuur spelen met de grenzen van wat toelaatbaar is. In deze derde column richten we ons op dat laatste: perversie, oftewel het spel met de grens.
Als we het hebben over perversie, denken veel mensen meteen aan figuren zoals Marc Dutroux of Michel Fourniret: moordenaars, sadisten, psychopaten, verkrachters en pedofielen. Hun daden lijken het toonbeeld van pervers gedrag, waarin het leed van een ander onderdeel wordt van hun eigen genot. Maar perversie kent ook andere vormen: voyeurisme, exhibitionisme, masochisme en fetisjisme. Perversie hoeft niet altijd zo extreem of gewelddadig te zijn. Het kan zich ook op veel subtielere manieren manifesteren. Een perverse structuur is geen kwestie van ‘slecht zijn’, maar een manier om met het tekort om te gaan door de regels en grenzen van het leven te bespelen.
Perversie is een manier van leven waarin iemand het tekort* verloochent, alsof het niet bestaat. In plaats van met dat tekort te worstelen, speelt iemand met de grenzen van wat mogelijk is – en vooral met wat toelaatbaar is. Waar neurotici gebukt gaan onder schuldgevoel en psychotici een eigen werkelijkheid scheppen, zijn perverse structuren vaak minder zichtbaar. Mensen met een perverse structuur proberen het tekort te negeren door de regels uit te dagen, door anderen mee te slepen in hun spel, of door controle uit te oefenen over situaties die hen confronteren met hun eigen gemis.
De moeder die het tekort bespeelt
Martine, een alleenstaande moeder van een tienerdochter, lijkt op het eerste gezicht de perfecte ouder. Ze doet alles voor haar dochter: van uitgebreide maaltijden tot avonden doorbrengen met schoolprojecten. Maar onder die schijnbare opoffering schuilt een ander spel: Martine maakt haar dochter emotioneel afhankelijk door haar constant te confronteren met wat ze allemaal voor haar doet.
Martine zegt vaak: “Alles wat ik doe, is voor haar.” Maar achter deze woorden schuilt een verborgen dynamiek. Martine gebruikt haar opoffering als een middel om haar dochter vast te houden in een positie van schuld. Elke stap die haar dochter zet naar zelfstandigheid, wordt door Martine ervaren als een bedreiging voor haar eigen positie. Ze bespeelt haar dochter door haar subtiel te herinneren aan haar offers en op die manier controle te houden over de relatie.
Wanneer haar dochter bijvoorbeeld een avondje met vrienden wil doorbrengen, reageert Martine met opmerkingen als: “Ik ben speciaal vroeger gestopt met werken om nog naar de winkel te gaan en jouw lievelingseten te maken, maar als je liever gaat…” Deze manipulatieve opmerkingen wekken schuldgevoelens op, waardoor de dochter zich gedwongen voelt om bij haar moeder te blijven. Dit is een voorbeeld van hoe Martine de grens tussen opoffering en controle bespeelt.
Martine gaat in haar controle nog verder door haar dochter tegen haar biologische vader op te zetten. Ze schildert hem af als onbetrouwbaar en gevaarlijk. Wanneer haar dochter naar haar vader wil, zegt Martine dingen zoals: “Wees voorzichtig, hij is niet goed met meisjes zoals jij” of “Ik wil gewoon dat je veilig bent, maar ik vertrouw hem niet helemaal.” Door subtiele opmerkingen te maken die twijfel en angst zaaien, zorgt Martine ervoor dat haar dochter met een ongemakkelijk gevoel naar haar vader gaat. Dit is geen bezorgdheid in de klassieke zin, maar een manier om de vader-dochterrelatie te ondermijnen en haar eigen positie als beschermende moeder te versterken. Ze haalt onbewust genot uit deze controle: haar dochter blijft emotioneel afhankelijk van haar, terwijl de vader steeds meer op afstand komt te staan. Op die manier speelt Martine met de grenzen van wat waar is en wat niet, en bespeelt ze de emoties van haar dochter om macht over haar te behouden.
Wat deze dynamiek pervers maakt, is dat Martine geniet van de macht die ze heeft over haar dochter. Het geeft haar een gevoel van controle en betekenis, zelfs als ze zich presenteert als de zelfopofferende ouder. Ze maakt gebruik van de emotionele band om haar dochter in een afhankelijkheidspositie te houden, zonder dat dit expliciet zichtbaar is als controle.
De obsessieve blik: pervers voyeurisme bij een moeder
Een voorbeeld van pervers voyeurisme vinden we bij Nathalie, een moeder die de andere ouders aan de schoolpoort ogenschijnlijk vriendelijk begroet, maar in werkelijkheid obsessief bezig is met hun privéleven. Nathalie is vooral gefascineerd door de meer intieme, kwetsbare momenten die ze kan vastleggen zonder dat iemand het merkt.
Tijdens een schooluitstap besluit Nathalie ongezien foto's te maken van andere moeders in situaties waarin ze zich niet bewust zijn van haar aanwezigheid. Zo maakt ze een foto van een moeder die in het bos haar kindje helpt om te plassen. De moeder is gehurkt, met haar rug naar Nathalie toe, zich totaal niet bewust van de aanwezigheid van een camera. Nathalie maakt de foto en stuurt die later in een groepchat naar andere ouders, met de boodschap: "Zo zien we elkaar toch niet vaak!" Wat begint als een schijnbaar onschuldige grap, heeft een dieper perverse ondertoon: Nathalie haalt genot uit het feit dat ze een intiem, kwetsbaar moment van iemand anders heeft vastgelegd zonder toestemming.
Nathalie gaat nog verder. Ze gebruikt haar telefoon om gesprekken op te nemen waarin andere ouders persoonlijke dingen delen over hun relatie of gezinssituatie. Ze doet alsof ze niet oplet, maar legt alles vast. Later deelt ze fragmenten van deze gesprekken subtiel met anderen, waardoor ze ongemakkelijke situaties creëert en haar eigen macht vergroot. Ze geniet ervan dat anderen zich bekeken en beoordeeld voelen, zonder precies te weten hoe dat komt.
Ook dit is perversie: allereerst gebruikt Nathalie de Ander als object van haar blik en haalt ze genot uit het feit dat die Ander zich niet bewust is van haar aanwezigheid. Ze observeert anderen en legt hun kwetsbare momenten vast zonder hun toestemming, wat haar een gevoel van macht geeft. Het is precies die machtspositie – het kunnen kijken zonder gezien te worden – die haar perverse genot voedt.
Daarnaast doorbreekt Nathalie de grens van privacy. Ze maakt opnames en foto's van anderen in situaties waarin zij erop vertrouwen dat ze een bepaalde mate van bescherming en intimiteit hebben. Door zonder toestemming deze momenten vast te leggen, maakt Nathalie een inbreuk op de grens tussen wat privé is en wat in het openbaar zichtbaar mag zijn. Dit geweld aandoen van de scheidslijn tussen het intieme en het publieke domein is een essentieel kenmerk van pervers voyeurisme.
Ten slotte blijft Nathalie zelf steeds verborgen. Ze speelt een subtiel spel met de blik: ze kijkt naar anderen zonder dat ze zelf gezien wordt, en dat is precies waar ze haar controle uit haalt. Door haar positie als onzichtbare waarnemer te behouden, kan ze blijven genieten van de macht die haar blik haar geeft over de Ander. Het is deze onzichtbaarheid die ervoor zorgt dat Nathalie zich niet hoeft bloot te geven of haar eigen kwetsbaarheid onder ogen hoeft te zien.
Zoals je ziet hoeft perversie niet altijd expliciet seksueel hoeft te zijn. Het kan zich manifesteren in subtiele vormen van controle en machtsuitoefening door middel van de blik – een blik die anderen reduceert tot objecten van genot en macht. Dit soort subtiele perverse dynamieken, waarbij ouders hun kinderen gebruiken om hun eigen positie te versterken, worden helder beschreven door Marie-France Hirigoyen in haar boek “Het kwaadaardige masker”. Ze legt uit hoe perverse manipulatie vaak voorkomt in gezinnen zonder dat het meteen zichtbaar is als openlijk misbruik.
Waarom perversie zelden in de spreekkamer komt
Mensen met een perverse structuur zien zichzelf vaak niet als iemand met een probleem. Ze ervaren hun gedrag niet als lastig of belemmerend, omdat het spel dat ze spelen met de regels en grenzen voor hen functioneert. Dit maakt dat perversie zelden de weg naar de spreekkamer vindt. Ik werkte in mijn beginjaren met de ze problematiek binnen de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie waar heel veel jongen pedofielen, jonge pyromanen, sommige moordenaars en jonge sadisten waren opgenomen, allen geplaatst door jeugdrechter. In mijn privé-praktijk waar mensen op vrijwillige basis komen, kwam ik er nog geen tegen. Waar neurotici worstelen met schuldgevoel of angsten en psychotici vaak zoeken naar grip op hun werkelijkheid, is iemand met een perverse structuur vaak overtuigd dat er niets aan de hand is. De spanning en controle die hun gedrag brengt, voelt voor hen als een oplossing in plaats van een probleem.
Hoe kan je hiermee aan de slag?
Vanuit mijn denkkader draait het bij perversie niet om ‘corrigeren’ of ‘aanpassen’. Het gaat om het begrijpen van het spel dat iemand speelt met de regels, en waarom dat spel nodig is om hun innerlijke spanning hanteerbaar te maken. Dat dit uiterst moeizaam werk is, hoeft geen betoog. Dat verandering moeilijk is gezien dit werkelijk hun psychische structuur is, ook niet. Voor Martine zou het kunnen betekenen dat ze zich bewust wordt van hoe haar opoffering niet alleen voor haar dochter is, maar ook een manier om zichzelf te beschermen tegen gevoelens van tekort. Voor Nathalie kan het inzichtelijk worden hoe haar focus op de blik van anderen haar confronteert met de vraag wie ze zelf is, buiten die blik om.
Wat kunnen we leren?
Perversie is vaak het minst zichtbare psychische register, maar het heeft een diepgaande invloed op relaties en het dagelijks leven. Veel mensen zien het als iets extreems, maar het kan net zo goed subtiel verweven zijn in iemands dagelijkse keuzes en gedragingen. Er zijn heel wat kinderen die helaas opgroeien bij een perverse ouder. Werken met hen vraagt om een andere manier van kijken: niet oordelen over het gedrag van mensen, maar luisteren naar wat dat gedrag vertelt over hun manier van omgaan met het leven. Mensen zoals Martine en Nathalie in klinische zin geen ‘slechte’ ouders of partners, maar ze worstelen op hun eigen manier met het tekort dat ze proberen te verloochenen. Dat kinderen moeten beschermd worden tegen de negatieve impact van hoe een perverse ouder in het leven staat is uiteraard ook een gegeven.
Door die dynamieken te begrijpen, kunnen we helpen om het spel dat ze spelen met de regels minder destructief te maken – zowel voor henzelf als voor hun omgeving. Want uiteindelijk is ook perversie vanuit klinische blik een manier om met het tekort om te gaan, en ook hier geldt: het tekort mag dan worden verloochend, het blijft altijd aanwezig.
Bijkomende info
*Het 'Tekort' is een centraal begrip in de Lacaniaanse psychoanalyse. Het verwijst naar datgene wat we allemaal missen, maar nooit helemaal kunnen benoemen of invullen. Denk aan een fundamenteel gevoel van incompleetheid – alsof er altijd iets ontbreekt in ons leven, of het nu liefde, erkenning, of zekerheid is. Dit gemis drijft onze verlangens, maar zorgt ook voor spanningen en conflicten. Hoe iemand omgaat met dat tekort, bepaalt mee hoe hij zich verhoudt tot zichzelf en de wereld om zich heen. De ideeën in ook deze column zijn geïnspireerd door de structuurkliniek van Jacques Lacan, zoals beschreven in zijn seminars over psychose.
Wil je meer weten over hoe subtiele vormen van perversie zich kunnen manifesteren in relaties en ouderschap? Ik raad volgende boeken aan:
“Het kwaadaardige masker” – Marie-France Hirigoyen
“Emotionele chantage” – Susan Forward
“Perverse Relaties” – Paul-Claude Racamier
“De schaduw van de dictator: Narcisme en destructieve controle” – Erich Fromm (hfdst. Het sadistische genot van controle + Destructieve relaties binnen gezinnen
“Het drama van het begaafde kind” – Alice Miller
Kommentare