Het WC-bril-dilemma: waarom hij zich niet aanpast (en jij wel)
- Rebekka Rogiest
- 5 dagen geleden
- 2 minuten om te lezen

Er zijn ruzies die zo vaak voorkomen dat ze hun eigen plekje in de huwelijkscanon hebben verdiend. Tandpastadoppen. Afwas die “nog even moet weken”. En dan: de WC-bril. Hij staat omhoog. Zij zucht. “Waarom laat je die bril nooit omlaag?” vraagt ze voor de tweehonderdvijftigste keer. Hij, nonchalant: “Ja, maar jíj doet hem toch ook niet omhoog voor mij?”
Score: 1-1. Of toch niet?
Dit WC-bril-dilemma – waarom hij zich niet aanpast (en jij wel) ) – lijkt klein, maar raakt aan iets groters. Laten we dit even serieus nemen. Serieus zoals Lacan dat zou doen – met veel omwegen, spiegelstadia en symbolische orde. Maar vooral ook: met het idee dat taal en betekenis nooit neutraal zijn. De WC-bril is geen plastic object. Het is een teken. Een signaal. Een vlag op het strijdtoneel van 6.000 jaar patriarchaat.
Laat me het uitleggen.
De wc-bril als symbool van aanpassing
In de symbolische orde – de wereld van regels, betekenissen en verwachtingen waarin we allemaal functioneren – heeft de man eeuwenlang de norm bepaald. Niet omdat hij fysiek sterker was (al vond hij dat zelf een fijn argument), maar omdat hij de macht had om zijn positie als universeel uit te roepen. De man als standaardinstelling. Alles wat daarvan afweek – vrouwelijkheid, zorg, kwetsbaarheid – werd als ‘afwijkend’ of ‘aanvullend’ gezien.
En dat is precies wat hier speelt: de standaardinstelling.
De bril omhoog is de mannelijke standaard. Klaar voor gebruik. De vrouw moet die aanpassen aan haar lichaam, haar noden. Wat zij vraagt – “wil jij hem even neerleggen?” – klinkt dan als een vraag om aanpassing. Terwijl zij al haar hele leven bezig is met aanpassen. Haar toon. Haar gedrag. Haar kleding. Haar plek in de ruimte. En ja, zelfs de manier waarop ze plast.
Het WC-bril-dilemma als spiegel van ongelijkheid
De man die zegt: “Jij doet hem ook niet omhoog voor mij,” mist het punt. Hij ziet het als symmetrisch, terwijl het asymmetrisch is. Omdat alles asymmetrisch is wanneer je geboren wordt in een wereld die al duizenden jaren gebouwd is naar het beeld van de ander. De man is niet de uitzondering. Hij ís de norm – en dat is precies het probleem.
Dus nee, het gaat hier niet over een bril. Het gaat over de vraag wie zich moet aanpassen aan wie. Over wie de ‘natuurlijke stand’ bepaalt. Over wie in huis het privilege heeft om niet te denken aan de ander.
Het enige eerlijke antwoord? Zet die bril gewoon neer. Niet omdat ze zeurt. Maar omdat het een kleine daad van symbolisch verzet is. Een oefening in het doorbreken van een norm die eeuwenlang niet bevraagd werd. Je kunt altijd nog gaan staan als je moet. Maar nu, eindelijk, zit je even op gelijke hoogte.
Rebekka Rogiest is psychoanalytisch georiënteerd therapeut en schrijft over het onzegbare in het leven, vrouw zijn, het moederschap en de liefde. Ze werkt in haar praktijk met vrouwen die verlangen naar meer dan pasklare antwoorden. Meer info via rebekkarogiest.com
Commenti