Stress bij moeders: alsof thuiskomen een val is
- Rebekka Rogiest
- 24 mrt
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 4 apr

De stilte voor de storm
Twintig minuten voor ze thuis zijn van een meer dan deugddoend weekend weg met enkel haar partner, wordt ze stil. Of nee – niet stil, gespannen. Haar blik trekt zich terug, haar schouders worden hoger, haar lijf weet het al voor zij het weet. Er wacht daar iets. Geen drama, geen ramp. Gewoon: de was. De valiezen. De vloer van de eetkamer, keuken en mogelijk ook woonkamer die vol kruimels zal liggen, de keuken overhoop. De was die dit weekend niet is gebeurd.
Ze kan en hóeft ook niet alles verwachten van babysits die voor haar kinderen zorgen terwijl zij eens een weekend weg is. Het is gewoon wat het is. De boterhamdozen die morgenvroeg vanzelf weer gevuld zullen moeten zijn, zitten wellicht nog sinds vrijdag in de boekentas. En de kinderen, natuurlijk. Die ze ook erg heeft gemist en die totáál niets verkeerd doen, maar gewoon… zijn. Vol. Excited dat ze terug zijn. Aanwezig. Zonder pauzeknop.
“Je lijkt wel getraumatiseerd door het moederschap”
“Het is alsof je getraumatiseerd bent door het moederschap,” zegt haar partner. Niet hard, maar ook niet helemaal voorzichtig. Ze wil iets terugzeggen, een verdediging opbouwen. Maar haar lichaam is haar al voor. Ze is al bezet.
Het is geen pijn die schreeuwt bij haar (en vele andere vrouwen met haar). Het is een soort doffe anticipatiepijn. Van weten dat zij weer die vrouw moet worden die quasi alles opvangt, structureert, regelt, opvolgt en bijstuurt. Die uit een weekendje weg rolt en zonder overgang de draad weer opneemt – de draad die ze nooit echt losgelaten heeft.
Thuiskomen stress moeders is geen uitzondering
Hoe dankbaar ze ook is dat ze dit weekend hebben gehad: het blijft een harde landing. Duizenden vrouwen ervaren dit ook zo. Thuiskomen stress moeders: het is geen uitzonderlijk fenomeen. Al helemaal niet als er zorgkinderen zijn. Ik weet dat.
Het systeem in plaats van het schuldgevoel
Mensen zeggen weleens dat het leven met jonge kinderen een fase is. Dat het overgaat. Dat het op een dag rustiger wordt (hallo illusie). Dat het normaal is. Maar dit gaat niet over normaal of niet normaal.
Dit gaat over een systeem waarin wij als vrouw en moeder thuiskomen en dat voor de meesten steevast betekent: opnieuw wat verdwijnen. En dat lichaam, dat slimme lijf, dat voelt dat. Dat gaat al in de weerstand nog voor er iets te weerstaan valt.
Helpen is niet hetzelfde als dragen
Ze weet dat hij het niet kwaad bedoelde. Ze weet dat hij helpt. Er zijn ook vrouwen met partners die nul de botten helpen. Of helpen en hun hulp dan wekenlang doorsteken of er iets voor terug willen.
Er zijn partners die denken dat éénmaal hun eigen spullen in de vaatwas te hebben gezet een applaus van de halve straat verdient. Maar helpen is iets anders dan dragen. En dat is wat zij nu voelt: dat ze draagt, vaak meer dan ze nog kan.
De last van alleen zijn in de strijd
Misschien is dat de kern van de stress voor vele moeders onder ons. Niet de chaos op zich, maar het feit dat we voelen dat we haar alleen moeten bezweren.
En dat het altijd een beetje te laat is om nog iets te vragen, want de to-do’s liggen al op ons. Onuitgesproken, maar tastbaar. Als een mantel die al klaarligt op de kapstok.
Thuiskomen betekent opnieuw verdwijnen
We zijn leuk op weekend, met partners of vriendinnen. Licht, speels. En we willen dat nog zijn. Maar het leven vraagt iets anders van ons zodra we de afrit naar huis nemen.
Als therapeut zie ik het ook in de gesprekken die ik voer met andere vrouwen: dit patroon is geen uitzondering. Het is ingebakken. Zoals ik net zei: velen van ons zijn leuk, en licht, en speels – ergens. Maar we verdwijnen vaak zodra we thuiskomen. Niet uit onwil, maar uit uitputting.
Omdat niemand de mantel heeft weggehangen vóór wij arriveerden.
Herkenbaar? Laat het me weten in de comments – niet omdat we elkaar kunnen en moeten redden, maar omdat verdwijnen minder eenzaam voelt als je weet dat je niet de enige bent.
Comments